Dit verhaal vormt onderdeel van een serie verhalen over projecten die in
de WAR zijn gemaakt. Voor een overzicht van alle verhalen klik
hier.
Mirjana Majdandžic (onderzoeker Universiteit van Amsterdam)
Voor een onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam, naar de ontwikkeling van angst bij kinderen, hadden we een unieke robot nodig die gebruikt kon worden om te onderzoeken hoe kinderen en hun ouders reageren op een groot, bewegend, onbekend object. Ik heb De War benaderd met de vraag om hier een concept voor te ontwikkelen, vanwege de aanwezige combinatie van creativiteit, kennis en beschikbaarheid van materiaal en techniek. De War heeft voor ons een innovatieve robot ontwikkeld en gebouwd die perfect geschikt is voor ons onderzoeksdoel.
In ons onderzoek volgen we een groot aantal gezinnen al vanaf de geboorte van het kind. In de babytijd, peutertijd en kleutertijd hebben we onderzocht of de manier waarop ouders reageren op een onbekend bewegend object beïnvloedt hoe hun kind hierop reageert. Uniek aan het onderzoek is dat we zowel de invloed van moeders als van vaders onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek zijn inmiddels gepubliceerd in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften.
Op de jonge leeftijden (van de babytijd tot de kleutertijd) gebruikten we bestaande speelgoedrobots die voor het kind onbekend waren. Voor de laatste meting, waarbij de kinderen 7 jaar zijn, hadden we echter een nieuwe onbekende robot nodig waarmee we konden onderzoeken waarom sommige kinderen angstiger reageren dan andere, en wat de invloed van hun ouders hierbij is. De robot moest onbekend zijn, kunnen bewegen, geluiden kunnen maken, maar niet te menselijk zijn. In De WAR is de combinatie van creativiteit en technische kennis aanwezig om hiervoor een concept te ontwikkelen, en de bouw ook uit te voeren.
We waren meteen heel enthousiast over het prototype. Het vreemde bouwsel kon groeien en krimpen, bijzondere geluiden maken, en had twee outfits, waardoor het geschikt was om in twee gedaanten bij ons onderzoek op te treden: zowel bij de vader als bij de moeder van een kind. De robot, die we Scary Harry hebben genoemd, wordt nu al ruim anderhalf jaar gebruikt in ons onderzoek. We zien interessante verschillen in hoe ouders en kinderen reageren op de robot; sommigen vinden hem best spannend, en anderen benaderen hem direct. Het verband tussen hoe ouders en hun kind reageren in zo’n situatie is nooit eerder op deze leeftijd onderzocht, en de geplande publicatie hierover zal leiden tot belangrijke inzichten in de overdracht van angst.
Onderzoekers van verschillende andere onderzoeksteams in de wereld zijn onder de indruk van onze de robot, en ook het bestuur van de universiteit is trots op dit unieke project. Er zijn al plannen om Scary Harry na het huidige onderzoek te gebruiken in nieuw onderzoek.
Dit voor ons onderzoek belangrijke object is bedacht en mogelijk gemaakt door De WAR.
Referenties:
Aktar, E., Majdanžić, M., De Vente, W., & Bögels, S. M. (2013). The interplay between expressed parental anxiety and infant behavioural inhibition predicts infant avoidance in a social referencing paradigm.
The Journal of Child Psychology and Psychiatry, 54, 144-156.
Abstract.Aktar, E., Majdandžić, M., De Vente, W., & Bögels, S. M. (2014). Parental social anxiety disorder prospectively predicts toddlers' fear/avoidance in a social referencing paradigm.
Journal of Child Psychology and Psychiatry, 55, 77-87.
Abstract.www.sociale-ontwikkeling.nl